Mijn pop huilt ‘s nachts (voorafgaand dodenherdenking in zaal)

Mijn pop huilt ‘s nachts (voorafgaand dodenherdenking in zaal)


Theater

ERIC BORRIAS.

Oorlog is helaas van alle tijd. De ervaringen van kinderen van nu in oorlogssituaties, zijn even ingrijpend als die van kinderen in bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog. Daarom is het belangrijk die verhalen te blijven vertellen. Niet alleen omdat in 2020 het 75 jaar geleden is dat de Tweede Wereldoorlog eindigde, maar ook omdat onverdraagzaamheid en uitsluiting opnieuw groeiende zijn.
Door naar de verhalen van kinderen van toen te luisteren, kunnen kinderen van nu zich wellicht beter verplaatsen in leeftijd/klasgenoten, die als vluchteling uit een oorlogsgebied in ons land gekomen zijn.

Het verhaal van de voorstelling:
In juni 1943 werden vanuit Kamp Vught zo’n 1300 kinderen met de zgn. kindertransporten weggevoerd naar vernietigingskamp Sobibor. Slechts een enkeling wist te ontkomen aan deze gruweldaad. Dit is het verhaal van twee van hen.
De voorstelling kwam tot stand in opdracht van Nationaal Monument Kamp Vught en met de welwillende medewerking van George en Ursula Levi.

George en Ursula Levi, twee joodse kinderen in Duitsland. Ze worden
vlak voor de Tweede Wereldoorlog begint, door hun ouders naar
Nederland gestuurd in de hoop dat ze daar veilig zijn. Met niet
meer dan een koffertje en elkaar. Maar ook in Nederland zijn ze niet
veilig. Ze wonen op allerlei plekken voor ze in Kamp Vught terecht
komen. Ze hebben niemand meer, behalve elkaar en de pop van
Ursula. De pop die troost als je huilt, de pop die ruikt naar thuis,
veilig. De pop die altijd bij je blijft . Toch?

Tekst en spel: Eric Borrias